De wereld gaat zo snel
Vroeger, in de tijd toen de dieren nog konden spreken
Waren de mensen snel oud, uitgeblust
Ze zaten te dromen in een hoekje bij het vuur
En doofden zachtjes uit als een stille vlam
Vandaag gaat de wereld snel, alles flitst en glittert
Geen tijd om te dromen, er is geen hoekje bij het vuur
Nu ren ik door het park met mijn smartphone op zoek naar pokemons
Nu shake ik met de kleinkindjes op de tonen van skipidi
Vroeger, in een tijd nog niet zo lang geleden
Kropen de kinderen op oma’s schoot
Voor een verhaaltje bij het slapen gaan
Een knuffel en een kusje deden de wereld even stil staan
Maggy